Klein Vorst 24 april 1940.

 

 

 

                                       Beste vriend,  

 

 

 

                                       Over enkele dagen zitten wij in de de dagen van eerbied en herinneringen aan onze dierbaren , familie en vrienden die overleden zijn. Dan overpeinzen wij de zin van het leven en onze angst voor de dood. Zoals beloofd geef ik mijn indrukken hierover ; vrij ordeloos en door elkaar heen en aan het  papier toevertrouwd

 

 

 

                                       Zoals U mij voorafgaandelijk al hebt geschreven  zit er in elk verhaal of bericht wel iets moois in. Dus alle opnieuw herhalen en neerschrijven lijkt mij vrij zinloos om te doen. Daar ook de inhoud en onze meningen hierover vrij verschillend zijn. Overigens  uit de vreedzame dagen uit onze jeugd en het jeugdige enthousiasme, grotendeels onvoldragen al zijn het wel mooie schrijfsels en/of herinneringen daar heeft niemand wat aan tenzij wij twee. En het hoort nu eenmaal niet thuis in de het geschrift  van mijn hand met als titel ; "Het Godeloze lot"

 

                                       Zonder belang weer opnieuw te vervalen in onze eindeloze discussies over de zin of onzin van het "lot in ons leven"  tijdens  onze studententijd . Het  moet tenslotte ook boeiend blijven. Het is wederom studentenwerk en als dusdanig moet dat zo blijven , maar ook niets meer dan dat.

 

Van hetgeen mij rest nml “ het Godeloze Lot” met als proloog de vervulling van een Godeloze teringlijder en als epiloog de laatste zinnen verschrompeld in een krampachtige poging een kromme weg recht te praten door het hoofdpersonage .

 

 In een opwelling zou men kunnen spreken van een psygologische novelle , maar dat is waarschijnlijk te veel eer. Eerder een soort van Vlaamse tegenhanger van het  Engelstalig boek ; "Nobody is perfect till dead comes along ". Een kaleidoscoop van levensbeschouwelijke zinnen die uiteindelijk niemand ter harte neemt  of de "geschiedenis van Sint Jute" . Uiteindelijk zou het het een goed werk kunnen worden als alle geschetste voorstellen en uitlating ook daadwerkelijk zijn bestaansrecht onderschreef, wat niet is . Trouwens het Godeloze Lot kan alleen die schetsen delen als het reeds over de aangehaalde proloog een epiloog gaat gegroepeerd rond die teringlijder. Maar zelfs in dat geval zou alles nog eens grondig moeten herschreven en bekeken  en aangepast worden . En juist daar zit het grote bezwaar van Het Godeloze Lot. Toch heeft het wel enigzins zijn -  overigens verdiend - zijn roeping niet gemistMede te danken aan de omstandigheden waarin wij ons  landje zich op het ogenblik bevind. Er is nog een lange weg  af te leggen naar stijl en taal toe. een veel is nu echt niet zo aangrijpend. Het onmiddelijk pakkende is er nog niet . zeker niet in sommige bladzijden. 

 

                                    Verder - ik herhaal het-  alles grondig dient over lezen te worden. Veel zal af hangen van het verouderde taal gebruik -stijl slordigheden- en diens meer. 

 

 

 

                                      Waarde vriend, ik reken dan ook op U om mij uw bemerkingen-aanhalingen en verbeteringen - te laten geworden niet noodzakelijk deze systematisch te rangschikken en uw mening te geven.

 

 

 

         Uw steeds genegen ,